Floatglas

Floatglas is de benaming voor enkel glas. Een enkele glasplaat die uit een glasoven komt is floatglas. De naam “float” is afgeleid van het Engelse woord “to float” en wordt gebruikt omdat het vloeibare glas in een glasoven op een laag tin drijft. De grondstoffen voor de fabricage van glas, zand (silicium), soda, kalk en glasscherven worden bij een temperatuur van ongeveer 1500 graden Celsius op een bad van vloeibaar tin geleid. Door middel van diverse geleiders wordt het vloeibare glas over de tin getrokken, totdat het de gewenste dikte heeft bereikt. Floatglas wordt gemaakt in de diktes 2,3,4,5,6,8,10,12,15,19 en 24mm. Als het floatglas de gewenste dikte heeft, vervolgt het over een lange geleider van rollers totdat het is afgekoeld en dan wordt het glas op maat gesneden. Op deze wijze worden glasplaten van 6m bij 3.21 m gemaakt. Dit zijn de standaard afmetingen van een glasplaat als het de fabriek verlaat.

Later worden deze grote platen floatglas versneden tot meer werkzame afmetingen als 3.21m bij 2.55 m en 3.21 m bij 2.25m.

Floatglas is eigenlijk het beginpunt van alle soorten glasproductie. Van floatglas wordt bijvoorbeeld gelaagd, isolerend, gehard en gebogen glas gemaakt.

Floatglas kan ook worden bewerkt. Je kunt de randen slijpen op meerdere manieren (poli, saffrijn of chanfrein, verstek, facet, bullnose, triple-C, ogee of C), je kunt er gaten in boren of sparingen eruit halen voor bijv. deuren. Naarmate de techniek voortschrijdt, zijn de bewerkingsmogelijkheden van floatglas enorm toegenomen. CNC-gestuurde bewerkingscentra kunnen tegenwoordig glas in elke gewenste vorm, zelfs in 3D, bewerken.